Over Senioren Grave

Historie

Hoe Senioren  Grave is ontstaan

Kort na de 2e W.O. werd al duidelijk, dat er aandacht moest worden besteed aan de toen al snel groeiende groep ouderen in de samenleving, die geconfronteerd werden met het feit, dat de door hen opgebouwde pensioenen van nul en generlei waarden bleken te zijn. Zij, die na de oorlog volop aan het arbeidsproces, konden deelnemen, ging het geleidelijk aan steeds wat beter, met gevolg dat de ouderen steeds verder achter raakten.

Gedateerd 1-10-1947 kwam de Noodwet Drees tot stand. Dit was een inkomen gebonden uitkering, een eerste stap naar een arbeidsloos inkomen voor ouderen. Een voorloper dus van de A.O.W., welke op 1-1-1957 werd ingevoerd. Allerlei organen en instanties werden in het leven geroepen, die een deel van de zorg voor ouderen op zich namen (men wilde toen al een graantje meepikken)
Naar aanleiding van vorenstaande kwam de zorg voor ouderen in Grave op gang vanuit de Katholieke Arbeiders Beweging. Begin 1949 trokken Jan de Zwart (een zeer bewogen en bevlogen K.A.B. bestuurder uit Nijmegen) en andere K.A.B.'ers er op uit om een organisatie op te zetten voor hun gepensioneerde medearbeiders, waarbij het bisdom Breda als voorbeeld diende.
Speerpunten van beleid waren verbetering financiële en materiële omstandigheden, de gezondheidszorg, alsmede het voorkomen van 'ledigheid' Werknemers met een overvolle werkweek kwamen na hun 65ste levensjaar ineens thuis te zitten, zonder bezigheid en zonder taak, met alle gevolgen van dien. Dit was aanleiding om voorzichtig te beginnen met het opzetten van soosmiddagen, praat-uurtjes, ontwikkeling en vorming, onderling ziekenbezoek enz. Ook de pastorale zorg was een belangrijk aandachtspunt.

In 1949 kwam eerder genoemde Jan de Zwart ook in Grave terecht en samen met Toon Derks (de 1ste voorzitter) werd de Katholieke Bond van Ouderen op poten gezet, aangevuld met mevr. van Hooren-Lamers (aangezocht door burgemeester Raaijmakers). Jarenlang is de K.B.O. gestimuleerd en gesponsord door de K.A.B. Toen goed duidelijk werd dat ook niet arbeiders voor dezelfde problemen kwamen te staan, werd besloten tot een volledig zelfstandige opzet van de Katholieke Bond van Ouderen.

De Graafsche afdeling was in middels dermate gegroeid, dat het moeilijk werd voor alle leden nog iets gezamenlijk te organiseren en besloten werd tot een splitsing van Grave Stad en Grave West (1964). Kennelijk speelde ruimtegebrek toen ook al een grote rol en anno 2009 is dat nog niet veel anders. Het contact tussen de twee afdelingen liet weinig te wensen over. Onder het mom eendracht maakt macht, werd in de jaarvergadering van de beide afdelingen in 1998 besloten weer op te gaan in een afdeling en wel per 1-1-1999 onder de naam van Senioren K.B.O. Grave.

Wellicht is het aardig enige oud-voorzitters, die bij gelegenheid van het 25-, 40-, en 50-jarig bestaan hun visie hebben weergegeven, nog eens voor het voetlicht te halen. In 1974 werd het 25-jarig jubileum gevierd en toen schreef de toenmalige voorzitter, dhr. Adriaan Leurs (de oude en bekende bakker), dat het ontstaan van onze afdeling moeizaam was verlopen. Ook het leiden en besturen was niet gemakkelijk geweest. Desondanks had echter de K.B.O. een eervolle plaats weten te veroveren in de Graafsche gemeenschap. Hulde aan al diegenen, die daaraan een bijdrage hadden geleverd.
In de tot stand koming van sociale voorzieningen (o.a. de A.O.W.) hebben de ouderenbonden en hun plaatselijke afdelingen op allerlei niveaus een belangrijke bijdrage geleverd. Gezondere en betere huisvesting, ook in de bejaardenhuizen; betere gezondheid door voorlichting op het terrein van voeding, lichamelijke hygiëne; gymnastiek; ontspanning middels zang en muziek en overige ontspannende activiteiten waren belangrijke pijlers. Kortom er kan met recht gesproken worden over een sociaaleconomisch culturele organisatie, die goed begrijpt, dat welvaart niet hetzelfde is als welzijn; geld niet hetzelfde is als geluk en lichaam niet hetzelfde als hart, geest en leven. De ouderen zijn een groep gerijpte mensen, van hoog tot laag, van rijk tot arm met een duidelijk programma, aldus dhr. Leurs sr.

Bij gelegenheid van het 40-jarig bestaan in 1989 schreef de toenmalige voorzitter, dhr. L. Buddenberg, dat de geschiedenis van de afdeling Grave van de K.B.O. in de 1ste plaats een geschiedenis was en is van gewone mensen, zoals Jan de Zwart, Toon Derks en mevr. van Hooren-Lamers. Hij sprak tevens van een levende en levendige beweging van solidariteit onder de ouderen in onze stad en een steeds krachtiger wordend instrument van overleg met andere groepen in onze samenleving.

Het is ook een geschiedenis van 40 jaar besturen. Het stemt tot dank en waardering, dat er al die tijd mensen bereid zijn gevonden de inmiddels "zeer bekende kar te trekken", soms met vallen en opstaan, soms met verschillen van mening. Het zou de moeite waard zijn, aldus dhr. Buddenberg, om eens na te gaan wat de K.B.O. in het gewone, alledaagse leven van de leden heeft betekend, want daar was het uiteindelijk in de afgelopen 40 jaar toch om te doen.

Omdat de ouderen en ook niet de K.B.O. op een eilandje leven en met open ogen in de wereld staan, is er aandacht geschonken aan het Poolse plaatsje Hydzyna door o.a. middels een gift het ouderenwerk ter plaatse een duwtje in de goede richting te geven. Solidariteit onder de ouderen over de grenzen heen. Het ongedaan maken van de scheiding tussen tafel en bed van de afdelingen Grave Stad en West in 1999 ging tevens gepaard met het 50-jarig bestaan van de K.B.O. in Grave. In het toen verschenen boekje schreef dhr. J. Derksen het voorwoord en mag dat nu weer doen.

Hij memoreert eveneens aan de start van de K.B.O. in onze gemeente. Aanvankelijk ging het om kaarten, kienen en keuvelen (de drie bekende K's), maar in de loop der jaren nam de belangenbehartiging een steeds belangrijkere plaats in, naast de niet te missen ontspanning. Dat stelde de nodige eisen aan de bestuursleden en de manier van besturen. Het bestuur wilde naar een hechte club van senioren met de nodige activiteiten onder een dak met uitbreidingsmogelijkheden, zodat ook jongere ouderen kunnen en zullen toetreden tot onze afdeling. Immers uit die groep mensen zullen de toekomstige bestuursleden gezocht en gevonden moeten worden. Mensen met kennis van zaken, want naast de gezelligheid zal de BELANGENBEHARTIGING een steeds belangrijkere plaats innemen. We zien, aldus dhr. Derksen, dat de overheid steeds meer taken gaat afstoten, vooral in de zorgsector. De overheid dient voorwaarden scheppend te zijn, niet alleen landelijk, maar ook op plaatselijk niveau.

De ouderen van nu hebben na de 2e W.O. keihard gewerkt om Nederland mee op te bouwen en dat wordt gemakshalve nog wel eens vergeten. In de toekomst zal men niet meer zo makkelijk om de ouderen heen kunnen. Zij zijn beter geschoold en gebekt, zullen andere eisen stellen en willen GEKEND en ERKEND worden. De politiek zou zich nu reeds moeten realiseren wat het betekent om VITAAL GRIJS te ontmoeten, nu en in de toekomst.